De Boot van Zuidkote

Thierry Marck

De elementen van het buitenhuid(1) van een schip zijn vrijgelegd bij de opgravingen in het middeleeuwse dorp, dat ontdekt werd op het grondgebied van de gemeente Zuidkote.

Het gaat in feite om drie virules(2) met metaalklinknagels samengebracht zoals het hoort bij de overnaadse bouwwijze (anders gezegd de planken die de buitenlaag van de romp vormen overlappen zich gedeeltelijk "zoals de pannen op een dak". De scheepstimmerman heeft deze planken geplooid voor hij ze integreerde in de assemblage die de romp van een houten schip vormt.We moeten toch hier benadrukken dat het hier niet echt om planken ging, maar eerder om hun afdruk in de zandige niveaus met op sommige plaatsen enkele resten van xyleen 3 (archeologische context uiteraard vergelijkbaar met het koninklijke graf van Sutton Hoo in Engeland waar alleen de afdrukken van een schip daterend uit eind VIde-begin VIIde eeuw werden teruggevonden).

Het geheel, 5.50 meter lang in totaal en 60 centimeter hoog, was met een groot aantal (meer dan zestig in totaal) metaalklinknagels, van 7.5 centimeter lang, vastgemaakt waarvan de twee einden een grove schijf van ongeveer 2.5 centimeter diameter vormen, hun ligging was van ongeveer een gat om de 18 centimeter. De oriëntatie van de structuur was Z-O / N-W en zij stond rechtop, gesteund met vijf houten palen binnen het kader van een inrichting met ambachtelijk karakter.

Met behulp van het ontdekte aardewerk in verband met deze structuur kunnen wij het aan de eerste helft van de XIVde eeuw toewijzen. Voor het eerst in die tijd komen immers grote handelsschepen in de Noordzee voor (de koggen namelijk worden heel snel het typische handelsschip van de Hanze-bond, dan werden ze door hulken vervangen in de loop van de XVde eeuw). Alle hadden het klinkwerk en een tonnage gemeen, altijd hoger dan die van de voorgangers.

Ver van ons het idee dat het schip, waartoe deze fragmenten hebben behoord, een kogge zou geweest zijn, maar men moet toch vaststellen dat het hoe dan ook van een aanzienlijke grootte moest zijn (gezien de heel kleine helling van de wand (bordé) en vooral hoe dicht bij elkaar de klinknagels werden aangetroffen) en dat het

tot de zelfde traditie van scheepsbouw behoorde als de koggen of de hulken. Werd dit schip ter plaatse gebouwd of ging het om fragmenten van een gestrand schip? Wij kunnen deze vraag niet beantwoorden, een analyse van het in de bouw gebruikte hout zou ongetwijfeld sommige elementen van antwoord geven. Ging het om een handelsschip of om een dikke visschuit? ... Heel vele andere vragen blijven onbeantwoord.

Laat ons hier sluiten met het feit dat een nogal aanzienlijk aantal vondsten van fragmenten uit middeleeuwse schepen in Europa wordt geteld, toevallige ontdekkingen of binnen het kader van een systematisch onderzoeksprogramma. Alleen de indrukwekkende wrakken zoals de kogge van Bremen zijn belangrijk genoeg om het voorwerp van een reconstructie te kunnen worden.
De wil bestaat toch echt bij heel wat europese landen (Duitsland, Nederland, Groot-Brittannië om hiervan alleen een paar te noemen) het wetenschappelijke onderzoek te promoten om het "nationale" zeepatrimonium en lokale varianten te valoriseren. Frankrijk is daarbij niet betrokken, wat verklaart dat een vondst zoals die van Zuidkote (ook al is die fragmentarisch moeten wij toegeven) de eerste is in zijn soort in onze streek (waarvan de nauwe banden met de zee toch niet meer te bewijzen zijn) gebruik te hebben gemaakt van wetenschappelijke opnamesmethodes van gegevens die deze laatste 40 jaren werden ingesteld. De boten ontdekt ter aanleiding van werken in Duinkerke en in Calais de vorige eeuw(4) hebben deze kans niet gehad en toch het feit dat zij "bijna geen ijzer" bevatten, volgens de auteur, zet ons aan het denken..

1 buitenhuid (bordé) : bekleding van de romp van een schip gevormd uit het geheel van de (longitudinale) virules op de koppels vastgemaakt (elementen van het transversale inhout)

2 virules : het gaat om longitudinale rijen planken van bordé die zich van voren naar achteren op het schip strekten.

3 xyleen: plantaardig weefsel uit levende cellen,vezels en vaten gevormd, die samen het hout maken.

4 cf : archeologisch congres van Frankrijk, XXVIIe sessie, Parijs 1860, pp 274-276.
Afbeelding van een kogge naar het stadszegel van Elbing (1350) en de kogge van Bremen (naar B. Landström, The ship, Stockholm 1961, p71)